De regenworm en zijn moeder
Er was een regenworm in Sneek
die altijd naar de sterren keek,
en fluisterde: Hoe schoon, hoe schoon…
Zijn moeder zei: Doe toch gewoon,
kijk naar beneden naar de grond,
dat is normaal, dat is gezond,
kijk naar beneden, zoals ik…
En toen? Toen kwam de leeuwerik!
Het wormpje, dat naar boven staarde,
zag hem op tijd en kroop in d’aarde,
maar moe die naar beneden keek
werd opgegeten (daar in Sneek).
Dus doe nooit wat je moeder zegt,
dan komt het allemaal terecht.
Annie M.G. Schmidt
Rotown Magic
Rotterdam is niet te filmen
De beelden wisselen te snel
Rotterdam heeft geen verleden
en geen enkele trapgevèl
Rotterdam is niet romantisch
heeft geen tijd voor flauwekul
is niet vatbaar voor suggesties
luistert niet naar slap gelul
‘t Is niet camera-gevoelig
lijkt niet mooier dan het is
Het ligt vierkant hoog en hoekig
gekanteld in het tegenlicht
Rotterdam is geen illusie
door de camera gewekt
Rotterdam is niet te filmen
Rotterdam is vééls te ècht
Jules Deelder
Uitje

Jij bent een lekkere prei, zei zij
Ik vind jou ook heel leuk, zei hij
En toen gingen de preien
Samen wat liggen vrijen
Hij zoende haar op haar mond
Hun schillen vlogen al snel in het rond
Ineens zei zij verschrikt: verrek, jij bent helemaal geen prei!
Klopt, ik ben een bos-uitje, net als jij, zei hij
Wat maakt het ook uit: ik hou van jou en jij van mij
Zij zoende hem op zijn malse kuitje
Hij speelde voor haar op zijn luitje
Er kwamen daarna nog heel veel kleine uitjes
En ze maakten met elkaar gezellige familie-uitjes
Toen kwam er een olifant met een lange snuit
En die blies dit verhaaltje UIt
Bibi Putting
Mis mijn vrienden
Met een vol gemoed
doch lege maag
alleen
Slechts het kronkelen
van mijn darmen
verraadt mijn aanwezigheid.
Waarom zijn jullie daar
en niet hier?
Een droeve samenloop
van omstandigheden
Een lastige traan
volgt een kronkelige weg
op mijn wang
Ik pink hem
of is het haar?
weg
Bibi Putting ’73
Eens
Adriaan Roland Holst
Eens zullen allen die
tussen ons kwamen,
zijn weggevallen – wie
weet nog hun namen …
Eens zal de vete zijn
bijgelegd
en zal vergeten zijn
ons bitter tweegevecht.
Eens zal het weer regenen
stil, zoals toen aan zee –
Kom mij dan tegen en
ga met mij mee.
uit: Gedichten 1911-1976, Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 2004; oorspr. uit Omtrent de grens, 1960)