Miroslav Tichý (1926 – 2011)
Miroslav Tichy was een Tsjechisch kunstenaar, die bekend is door zijn opzettelijk “slechte” foto’s. Hij werd pas laat in zijn leven ontdekt. Hij leefde van een kleine uitkering, zonder veel contact met andere mensen, en leefde in een vuil en rommelig huis tussen zijn schilderijen, tekeningen en foto’s. Een van zijn bekendste uitspraken is: “om beroemd te worden, moet je iets slechter doen dan wie ook ter wereld.”
Zijn geliefde onderwerp waren de vrouwen, die hij meestal stiekem fotografeerde. Doordat zijn zelfgemaakte fototoestellen er zo onecht uitzagen, beseften zijn modellen vaak niet dat ze gefotografeerd werden. Soms poseerden ze voor hem in glamoureuze houdingen, in de overtuiging dat hij niet echt een camera had. Hij fotografeerde alledaagse taferelen, met wandelende, zittende, zonnende of badende vrouwen. Heel vaak zie je de afsluiting van het openbaar zwembad op de foto, alsof hij wil benadrukken dat hij uitgesloten is van de ongedwongen wereld waarin de vrouwen zich bevinden.
Zijn fototoestellen maakte hij uit afval en recyclagemateriaal – plankjes hout, blikjes, garenklosjes, touw, elastiek en asfalt. Zijn doka was ingericht met pannen, emmers en stukken tuinschutting. Hij maakte zijn eigen lenzen door stukken glas, oude brillenglazen en plexiglas te polijsten met een mengsel van sigarettenas en tandpasta. Door deze opzettelijke technische onvolkomenheden zijn al zijn foto’s wazig, bewogen, slecht afgedrukt, gekrast en onduidelijk. Daarna ondergingen de negatieven en afdrukken nog een hele reeks bewerkingen of beschadigingen, wat ze een grote poëtische uitstraling bezorgde: hij liet ze buiten in de regen liggen, gebruikte ze om een gammele tafel te stutten, kraste er in, maakte opzettelijk vingerafdrukken op de negatieven, maakte bewust fouten bij het afdrukken, gooide de negatieven en de afdrukken op de grond, liet ze door de ratten aanknagen, vroeg bezoekers om er op te trappen, en zo meer. “Een fout is wat de poëzie creëert”, was zijn leus.
Hij selecteerde zorgvuldig uit de vele tientallen foto’s die hij iedere dag opnieuw maakte die beelden die hem het meest raakten, knipte ze uit en kleefde ze op stukken karton of stak ze in eenvoudige kaders. Vaak tekende hij dan lijnen of omtrekken op de foto’s en tekende hij sierlijke of gewild onhandige kadertjes, lijnen en versieringen rond de gekozen foto’s. Soms verknipte hij zijn afdrukken om een betere kadrering te bereiken, want uit zijn composities blijkt duidelijk de invloed van zijn degelijke kunstopleiding.
Nadat hij het negatief had afgedrukt, gooide hij het weg – hij maakte nooit meer dan één afdruk. Zijn werk is nooit gedateerd of genummerd. Behalve de chemicaliën voor het ontwikkelproces, de filmrolletjes en het fotopapier, gebruikte Tichý niets dat hij moest kopen.
De directeur van het Kunsthuis in Brno, Radek Horacek, beschrijft zijn werk als volgt: De foto’s van Tichý zijn allemaal zorgvuldige studies van de vrouwen van Kyjov tijdens hun alledaagse activiteiten. Maar de kijker wordt er zich gauw van bewust dat deze triviale daden – iemand die op een bankje zit, vrouwen die wachten op de bus, iemand die haar T-shirt uittrekt bij het zwembad – op de een of andere manier speciaal zijn. Tichý slaagt erin het banale een gevoel van uitzonderlijkheid te geven. Gewoon een deel van een vrouwenlichaam kan in zijn foto’s esoterisch lijken. Er zijn veel tijdschriften waar je meer naakt ziet dan bij Tichý, maar zijn foto’s zijn anders. Een stukje nylonkous tussen de knie en de rok, of een badpak zien er in zijn beelden ergens mysterieus uit.
Hij heeft in zijn leven enorme hoeveelheden werk vernietigd en weggegooid. Hij was een ongrijpbaar fenomeen, die in geen enkel hokje wilde passen.
Jamie Heiden

One way or another, we’ll get there.
Jamie Heiden is een Amerkaanse kunstenares. Ze maakt al foto’s sinds ze haar eerste camera van haar ouders kreeg.
Ze creëert simplistische composities met haar foto’s. In haar foto’s zijn weinig afleidende elementen of kleuren. Haar kunststijl zou je kunnen omschrijven als als foto-impressionisme. Ze probeert eerder een gevoel of ervaring vast te leggen dan dat ze een nauwkeurig gelijkende afbeelding probeert te maken. Het gaat meer om het overbrengen van een gevoel dan het vastleggen van exacte details.
Na een wandeling komt ze vaak met een paar honderd afbeeldingen thuis. Vervolgens gaat ze achter haar computer zitten en start Photoshop. Elk fotobestand bestaat uit meerdere lagen. Doordrukken, tegenhouden, contrast verhogen, belichting aanpassen, het zijn allemaal tools die ze vroeger in de donkere kamer uitvoerde.
Ze heeft een graad in fotografie en grafische technologie, maar gedurende een groot gedeelte van haar opleiding zat ze in de donkere kamer. De digitale vaardigheden heeft ze zichzelf bijgebracht. Haar composities en verhaal in het werk helpen ook om er een boeiend beeld van te maken, hoopt ze.
Eenvoud is haar inspiratie; verhaal is haar doel. Ze houdt van een open horizon of een eenzame boom, een verlaten huis of een oude schuur. Het is deze eenvoud die de weg effectiever opent voor het verhaal om in de geest van de kijker te beginnen.
Jack Putting
Jack is fotograaf van de ‘oude stempel’, van analoge fotografie en van bariet afdrukken. Hij fotografeerde o.a. het Rotterdams Philharmonisch Orkest, De Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht te Rotterdam, Rotterdams Volkstheater, het Wereldcircus Rotterdam en theater Baby Blue te Delft.
Datgene waar hij van houdt, muziek en mensen, komt veel terug in zijn werk. Hij fotografeerde o.a. Astor Piazzolla, Herman Brood, De Berini;s en maakte series over etende mensen, over vrouwen en erotiek, over de Sorben en over Oost Duitse fotografen.
Voor De Verbeelding fotografeerde hij veel in opdracht.
Chris Killip

Gordon and Critch’s Cart, Seacoal Beach, Lynemouth, Northumberland, 1982
Toen Killip in januari 1976 voor het eerst het strand bij Lynemouth, een kustplaatsje in het noordoosten van Engeland zag, herkende hij de industrie erboven, maar verder zag hij niets. Het strand onder hem was vol activiteit, met paarden en karren die achteruit de zee in reden. Mannen stonden naast de karren in zee en gebruikten kleine draadnetten die aan palen waren bevestigd om de kolen uit het water eronder te vissen. De Middeleeuwen en de twintigste eeuw zijn hier met elkaar verweven.
Killip fotografeerde het werk op het zeekoolstrand. Hij begon zijn werk in 1982 en woonde van 1983 tot 1984 in een caravan op het zeekolenkamp. Hij heeft jarenlang een gemeenschap van arbeiders gedocumenteerd die losse steenkool verzamelden op het strand. De steenkool was het afval dat was achtergelaten door een plaatselijk mijnbouwbedrijf. Aanvankelijk werd hij van het strand verjaagd zodra hij met zijn camera opdook. Maar uiteindelijk kreeg hij toegang nadat een grote lokale figuur genaamd Trevor Critchlow namens hem tussenbeide kwam.
De techniek die werd gebruikt door de ‘zeekolenkolen’, zoals ze worden genoemd, was iets dat onmiddellijk de aandacht van de kunstenaar trok toen hij in het gebied landde. “Steenkool drijft”, legt hij uit. ‘En ze hebben een gaasnet dat ze gebruiken om de steenkool op te vangen. Het was een heel vreemd gezicht omdat ze paarden en karren gebruikten en het lijkt zo 19e eeuws. Maar de grond in dat gebied is erg zacht en voertuigen kunnen zinken, dus paarden en karren hadden de voorkeur.”
KayLynn Deveney
Toen Albert Hastings 85 jaar oud was, verhuisde fotograaf KayLynn Deveney in 2001 naar zijn kleine flat in Zuid Wales. KayLynn vroeg Bert of hij met haar wilde werken aan een fotografisch project. Al snel begon zij meer te leren over aspecten van zijn leven, waaronder zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Groot-Brittannië, zijn werk als algemeen ingenieur en zijn relatie met de flora en fauna buiten zijn gebouw. Het viel haar op hoe hij zijn spullen en zijn tijd organiseerde. Bert had intrigerende gedachten over de foto’s van hem.
KayLynn vroeg Bert om kleine afdrukken te onderschrijven die zij in een notitieboekje bewaarde. Ieder vanuit een eigen perspectief begon zo een dialoog. De bijschriften van Bert creëren een nieuwe context voor de foto’s. Zo ontstond een verhaal van de dagelijkse ervaringen van Bert. Het resulteerde in een prachtig boek, The Day-to-Day Life of Albert Hastings en bevat 83 foto’s van KayLynn en 77 handgeschreven bijschriften van Albert Hastings en een assortiment van Bert’s gedichten, tekeningen en familiefoto’s. Een uniek inkijkje in het leven van één man.