Month: februari 2021

Henk Melgers (1899-1973)

Kerk Garmerwolde, ca 1925

Henk Melchers was beeldend kunstenaar en lid van zowel de Groninger Kunstkring De Ploeg als de Amsterdamse kunstenaarsgroep De Onafhankelijken.

Henk Melgers werd op tweejarige leeftijd wees en grootgebracht in het Groene Weeshuis aan de Oude Ebbingestraat in Groningen. In 1916 schreef hij zich in aan de Academie Minerva. In 1920 vertrok hij naar Amsterdam om in 1925 weer naar de stad Groningen terug te keren. Hij sloot zich aan bij De Ploeg.

In Amsterdam had hij al geëxposeerd op de tentoonstellingen van De Onafhankelijken. Melgers exposeerde bij beide verenigingen om zijn werk grotere bekendheid te geven. Dat was hard nodig want hij verkeerde vaak in geldnood.

George Martens (1894-1979)

Kattendiep in de regen, 1927

George Martens was een beeldend kunstenaar en mede-oprichter van de Groninger Kunstkring De Ploeg. Zijn vader was de zoon van een beurtschipper. Hij exploiteerde aan het einde van de 19e eeuw een bierkelder in Groningen en was een verdienstelijk amateurschilder. George Martens was dus vanaf zijn vroegste jeugd vertrouwd geraakt met schilderkunst en scheepvaart.

Na de lagere school ging Martens naar de Rijks Hogere Handelsschool. Hij volgde daarnaast cursussen aan de Academie Minerva. Hij bleek veel talent te hebben en voltooide de reguliere opleiding aan de kunstacademie. Tijdens zijn studie leerde hij onder andere Johan Dijkstra, Jan Altink en Jan Wiegers kennen. Daar leerde hij ook de zes jaar oudere Alida Pott kennen. In 1922 trouwden ze en ze kregen twee zoons. In 1931 overleed Alida aan een longziekte. Enige jaren na haar overlijden ontmoette Martens Carla Uithof. Ze trouwden in 1937. Uit dit huwelijk werd in 1941 de derde zoon van George Martens geboren. Martens en zijn vrouw waren vaak met hun tjalk ‘Alida’ in de Groningse en Drentse wateren te vinden.

Bij de tentoonstelling ‘Groningsche Kunstenaars en Amateurs’ in Pictura in maart 1918 werden de inzendingen van Altink, Dijkstra, George Martens en Wiegers niet toegelaten. Dit vormde de directe aanleiding voor de oprichting van ‘een kunstkring onder Groninger artisten’. George Martens en Alida Pott behoorden tot de initiatiefnemers. Op 14 juni 1918 werden de statuten goedgekeurd van de ‘Groninger Kunstkring De Ploeg’.

Voor de eerste Ploegtentoonstelling in februari 1919 zond Martens 10 werken in. Naast schepen waren het voornamelijk stadsgezichten. Bij het wel en wee van de Kunstkring was Martens actief betrokken.

Martens kan worden beschouwd als een typische vertegenwoordiger van het Groningse expressionisme. Zijn werk wordt gekenmerkt door krachtige kleuren en een spontaan penseelgebruik. Portretten, stadsgezichten en vanaf zijn tjalk ‘Alida’ geschilderde stukken zijn dominant aanwezig in zijn oeuvre. Tussen 1925 en 1932 werkte Martens met grote intensiteit en vernieuwingsdrang. De vele stadsgezichten en impressies van het Groninger straatleven werden hoogtepunten in zijn oeuvre. Hij geldt nog steeds als degene die met grote trefzekerheid de dynamiek van het stadsleven in de jaren twintig vastlegde. Zoals bij meerdere Ploegschilders het geval was, werkte Martens ook enige tijd met wasverf zoals te zien is op bekende werken als ‘Vischmarkt’ uit 1927 en ‘Trottoir met voetgangers’ uit 1926.

Naast schilderen hield Martens zich ook bezig met reclamewerk (affiches en folders). Een bijzondere categorie in zijn werk is de verbeelding van kermis- en sporttaferelen. Martens was zelf actief als sporter (voetballen en schaatsen) en verder een liefhebber van motorracen. Met zijn schetsen, tekeningen en schilderijen van wedstrijdschaatsers en TT-races onderscheidde hij zich qua thematiek van andere Ploegleden.

Zowel vóór als na de Tweede Wereldoorlog nam Martens deel aan een groot aantal exposities, vaak in Ploegverband. Bij zijn 60e verjaardag in 1954 organiseerde Pictura een eretentoonstelling. Daar waren 92 werken van hem te zien. Bij de baanbrekende tentoonstelling die Jos de Gruyter in 1956 organiseerde (35 jaar Moderne Kunst in Groningen) was Martens met 5 werken vertegenwoordigd. In 1976 werden Martens en Johan Dijkstra als laatste dan nog in leven zijnde oprichters van De Ploeg geëerd met de tentoonstelling ‘Groningen 1918-1928’.

Na 1950 werden de gezondheidsproblemen van Martens groter. Hij kreeg in 1956 een oogbeschadiging en in 1966 een lichte beroerte. Het schilderen kwam daarna nagenoeg stil te liggen. In 1979 brak hij bij een val zijn heup. Hij herstelde niet van de operatie en op 17 april 1979 overleed hij op 84-jarige leeftijd. Zijn vrouw Carla overleed 13 dagen later.

Ben Walrecht (1911-1980)

Damsterdiep Poortershuisje

Ben Walrecht volgde de kunstnijverheidsopleiding aan de Academie Minerva. Daarna was hij werkzaam als reclame-ontwerper. Hij schilderde vooral Groninger stadsgezichten, landschappen (met name rond het water) en portretten. In 1936 sloot hij zich aan bij het kunstenaarscollectief De Ploeg.

Werk van Walrecht verscheen onder andere in het Zwart-Wit boek, samengesteld door Hendrik Werkman. Zijn passie voor het water leidde tot de aankoop van een schip, de “Catharina”, waarop hij ging wonen, en waarmee hij ’s zomers met George Martens en Johan Dijkstra zeilde en ook Amsterdam aandeed.

Na de Tweede Wereldoorlog legde Walrecht zich meer toe op de beeldhouwkunst. Hij werkte in allerlei verschillende materialen: steen, hout, klei, brons en beton. Alhoewel hij tot 1952 met De Ploeg exposeerde werkte hij na de oorlog vooral buiten Groningen, vooral in AmsterdamEnkhuizen en Loosdrecht.

Werk van Walrecht is onder andere te zien in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen en het Groninger Museum.

Johan Faber (1902-1979)

Gronings landschap, 1957

Johan Faber werd op 1902 geboren in Groningen. Hij was een Nederlands beeldend kunstenaar en lid van De Ploeg. Hij gebruikt verscheidene technieken, o.a. litho’s, etsen, aquarellen en olieverf.

In 1922 werd hij aspirant-lid van De Ploeg. In 1933 werd hij met algemene stemmen toegelaten als werkend lid van De Ploeg, nadat hij in een huiskamertentoonstelling had geëxposeerd. Tot ver in de jaren zeventig nam hij deel aan de jaarlijkse Ploeg-tentoonstellingen. Hij nam aan meer dan 80 tentoonstellingen deel.

In zijn begintijd was zijn werk verwant aan de toenmalige moderne stijlen zoals jugendstil en het naturalisme. In de loop van de tijd kreeg zijn techniek een robuuster karakter met grote halen, die wel wordt gekenmerkt als frescoachtig. Zijn thema’s vond hij in het Noord-Drentse en Groningse landschap, waarbij vooral de lage horizon kenmerkend is.

Ruurd Elzer (1915-1995)

Kerkje van Oostum, 1941

Elzer was een zoon van notaris Gabe Elzer en Sjoerdtje Rodenburg. Hij verhuisde in 1927 met zijn ouders van Friesland naar ’t Zandt op het Groninger platteland. Na de hbs, waar hij tekenles had van Jan Derksen Staats, volgde hij een opleiding aan Academie Minerva in de stad Groningen. Elzer wilde zich wijden aan de schilderkunst, hij kreeg privélessen van Jan Altink. In 1936 publiceerde hij een dichtbundel Verzen. In 1938 had hij zijn eerste tentoonstelling in het Ebbingehuis in Groningen.

In 1941 werd Elzer een voorlopig lidmaatschap van de kunstkring De Ploeg toegekend. Hij trouwde een jaar later met Dieuwerke Grietje (Diete) Coolman. Hendrik Werkman ontwierp de trouwkaart.

Elzer hield zich vooral bezig met landschapschilderkunst en portretten. Hij werkte aanvankelijk figuratief, vanaf eind jaren zestig vooral abstract. In de jaren zestig recenseerde hij regelmatig tentoonstellingen in het Nieuwsblad van het Noorden. Ook verzorgde hij een inleidende catalogustekst voor een herdenkingstentoonstelling (1964) in Warffum van het werk van zijn vriend en kunstbroeder Riekele Prins.

Eind jaren zestig ging Elzer over op het maken van zuiver abstract werk, hoewel de figuratie voor hem belangrijk blééf. Zijn nauwe band met De Ploeg heeft zo’n veertig jaar geduurd: in 1980 gaf hij het penningmeesterschap op tijdens een tentoonstelling die hem ter ere van zijn 65ste verjaardag door Pictura was aangeboden.

In 1980 werd, ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag, een tentoonstelling gehouden bij Pictura. Hij legde in dat jaar zijn functie als penningmeester van De Ploeg neer en zegde kort daarop zijn lidmaatschap op.

In 1994 startte het Centrum Beeldende Kunst in Groningen een zoektocht naar werk van Elzer voor een overzichtstentoonstelling, die in december 1995 plaatsvond. Elzer maakte de tentoonstelling niet meer mee, hij overleed in oktober 1995, op 80-jarige leeftijd.

Schuiven naar boven