Month: september 2024

Kunst met een knipoog

Sommige dingen boeien me enorm, geen flauw idee waarom. Zo vind ik waslijnen met was en wasknijpers vaak prachtig, vandaar ook een ‘maaksel’van serie wasknijpers. Poppenhuizen vind ik ook geweldig. Ik heb er zelf nooit een gehad, misschien is dat de reden.

Het Muizenhuis van Karina Schaapman vind ik ook schitterend. Ik ben zelf absoluut niet handig, dus ik waag me er maar niet aan. Wel heb ik een muizendeurtje met brievenbus gemaakt van haar serie Sam en Julia. Het was een bouwpakket, dus dat ging nog wel. Het vult onze rariteiten woonkamer perefct aan.

Wat ik ook leuk vind en graag zelf zou willen/kunnen maken, heeft geen naam. Althans niet voor zover ik weet. Ik noem het maar heel simpel ‘Kunst met een knipoog’. En dan bedoel ik niet het meisje met de parel die op allerlei manieren wordt nagemaakt, hoewel daar ook wel een paar grappige exemplaren bij zitten. Mijn werk is geinspireerd door Time Out, een werk van Banksy.

Ik heb het werk geschilderd met een paletmes. James Dean, de man op het bankje, heb ik van het internet gehaald evenals de vrouw met de duif. Zij is vervolgens uitgesneden op op de lijst gezet. De lijst is uiteraard gemaakt door mijn lief, Jack. Hij heeft me ook geholpen met de technische kant, zoals het snijden, anders was het een zooitje geworden, vrees ik.

Kaboutertje

Het zal eind jaren 50 zijn geweest. Ik woonde in Hoensbroek, Limburg,. Mijn moeder stimuleerde ons altijd om naar verenigingen te gaan. Er was weliswaar niet veel geld, maar ze vond dat sport, muziek en cultuur bij de opvoeding hoorden. Ik ging bij de padvinderij, dat was goed want dan leerde je van alles, zo was het achterliggende idee.

Ik kreeg een bruine jurk met een stoere riem, een wollen muts en bruine wollen kniekousen met een geel randje. De padvinderij was veel stoerder want dan kreeg je een blauw unform, maar ja, je moest onderaan beginnen, bij de kabouters dus.

In mijn klas waren er toen een paar meisjes die briefjes kregen van jongens. Er werd ze via opgevouwen briefjes gevraagd of ze verkering wilden. De meisjes lieten de briefjes in het speelkwartier trots en giechelend zien. Ik kreeg nooit zo’n briefje waar ik dan ook mee werd gepest. Ik was lang en mager en had ook nog een soort eczeem op mijn handen. En ik was als een van de weinigen protestant.

Ik besloot op een gegeven moment zelf een briefje in elkaar te knutselen. Ik schreef met een ander handschrift op een vodje papier, vouwde dat extra slordig op en nam het mee naar school. De exacte tekst weeet ik niet meer, maar het was iets van: Ik zie je vaak op woensdagmiddag langs fietsen in je kabouter uniform. Ik vind je leuk, wil je verkering met mij? En dan een verzonnen naam, want ik kon natuurlijk niet een jongen uit de klas nemen. De verzonnen aanbidder woonde zogenaamd ergens op de route van mijn huis naar de padvinderij.

Ik liet het briefje zien en vertelde dat een jongen mij op straat aanhield, mij een briefje gaf en toen snel wegliep. maar het erge was dat niemand me geloofde. Ik moest dan maar vertellen wie die jongen was, wat ik niet kon natuurlijk. Als ik er nu aan denk, heb ik toch een beetje medelijden met dat meisje van toen …

Schuiven naar boven