Blogs

Israel – Palestina

Banksy.

Jaren geleden zag ik een documentaire over de door Israel gebouwde muur op Palestijns grondgebied. Volgens Israel was de muur bedoeld om ’terroristen buiten te houden, maar volgens Palestijnen is het het zoveelste middel om grondgebied te annexeren.

Veel Palestijnen konden vanwege die muur niet meer naar hun werk. Hun land en hun huizen werden in beslag genomen door kolonisten. De wereld keek toe en deed niets. Nog steeds niet trouwens.

Israel heeft Gaza omsingeld, er kan niemand meer in of uit. Er komt geen water meer in, geen voedsel, geen wapens. Ook hulpverleners en journalisten, niemand kan erin zonder toestemming van Israël.

Op alle fronten heeft Israel de touwtjes in handen. Internet- en telefoonverbindingen worden vernield. Journalisten worden doelgericht aangevallen en gedood en als ze het overleven worden ze verdacht gemaakt. En omdat niemand iets doet, voelt Israel zich steeds meer gesterkt en gaan ze steeds een stapje verder. Noem het genocide noem het oorlogsmisdaad … het is in ieder geval meer dan vreselijk wat daar gebeurt. En niemand die iets doet …

Keramiek

In onze galerie was altijd veel te zien. Om de 6 weken was er een nieuwe expositie, daarnaast was er ook een vaste collectie. Schilderijen, foto’s, kunstkaarten, bronzen, sieraden, viltwerk en keramiek. Veel mensen zeiden dan ook dat ze bij ons ogen tekort kwamen,

Er waren verschillende kunstenaars van wie we keramiek in onze galerie hadden. Zo hadden we in ons koffie- en theehoekje op iedere tafel een etagere staan van Greetje Hoving, servies van Miranda Nienhuis en een schemerlamp van Arda Barten. We konden naar alle eerlijkheid zeggen dat we een unieke winkel hadden.

Kampen Fochteloo

Bij het dorp Fochteloo in Friesland liggen twee perceeltjes bos, Oranje en Ybenheer, met een bijzondere geschiedenis.

Kamp Oranje

Het kamp Fochteloo, ook bekend als NAD-kamp 121 en Kamp Jan van Brakel, was van 1942 tot mei 1945 een werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD). Na de bevrijding werd de naam veranderd in Kamp Oranje. Dit kamp was tot augustus 1945 een interneringskamp (bijzondere rechtspleging) waar personen verdacht en veroordeeld van collaboratie gevangen zaten. Van september 1945 tot oktober 1945 fungeerde het kamp als kazerne voor Bataljon Friesland en daarna tot 1949 als kazerne voor de Territoriale Troepen.

In 1950 werden er repatrianten uit Indonesië ondergebracht. Van maart 1951 tot juli 1961 fungeerde het kamp als het Moluks woonoord Oranje. Tot 1956 werd voor alle groepen bewoners de warme maaltijd in een centrale keuken bereid door een Nederlandse kok met assistenten. Het afvalwater van de keuken had een hoog vetgehalte. De restanten van het afvoersysteem zijn nog zichtbaar. Als de warme maaltijd klaar was, werd met een metalen staaf op een hangend stuk spoorrail geslagen. Overal kwamen dan de bewoners vandaan om het eten op te halen.

Kamp Ybenheer

Het iets verderop gelegen kamp Ybenheer werd in 1940 gebouwd. De bedoeling was om werkelozen die arbeid in Duitsland weigerden of hun werk in Duitsland verlieten, in dit soort kampen zo hard aan te pakken dat ze toch maar voor werk in Duitsland kozen.
Vanaf het voorjaar van 1942 is het kamp gebruikt door Joodse mannen, die door Duitse maatregelen werkeloos waren geworden. Zij moesten zich melden in dit of een vergelijkbaar kamp. Hier moesten zij ontginningswerk verrichten op een hongerdieet. Begin oktober 1942 werden de mannen lopend met hun bagage naar kamp Westerbork opgejaagd. Vanuit Westerbork leidde hun weg onherroepelijk naar vernietigingskampen in Polen.

Kunst met een knipoog

Sommige dingen boeien me enorm, geen flauw idee waarom. Zo vind ik waslijnen met was en wasknijpers vaak prachtig, vandaar ook een ‘maaksel’van serie wasknijpers. Poppenhuizen vind ik ook geweldig. Ik heb er zelf nooit een gehad, misschien is dat de reden.

Het Muizenhuis van Karina Schaapman vind ik ook schitterend. Ik ben zelf absoluut niet handig, dus ik waag me er maar niet aan. Wel heb ik een muizendeurtje met brievenbus gemaakt van haar serie Sam en Julia. Het was een bouwpakket, dus dat ging nog wel. Het vult onze rariteiten woonkamer perefct aan.

Wat ik ook leuk vind en graag zelf zou willen/kunnen maken, heeft geen naam. Althans niet voor zover ik weet. Ik noem het maar heel simpel ‘Kunst met een knipoog’. En dan bedoel ik niet het meisje met de parel die op allerlei manieren wordt nagemaakt, hoewel daar ook wel een paar grappige exemplaren bij zitten. Mijn werk is geinspireerd door Time Out, een werk van Banksy.

Ik heb het werk geschilderd met een paletmes. James Dean, de man op het bankje, heb ik van het internet gehaald evenals de vrouw met de duif. Zij is vervolgens uitgesneden op op de lijst gezet. De lijst is uiteraard gemaakt door mijn lief, Jack. Hij heeft me ook geholpen met de technische kant, zoals het snijden, anders was het een zooitje geworden, vrees ik.

Kaboutertje

Het zal eind jaren 50 zijn geweest. Ik woonde in Hoensbroek, Limburg,. Mijn moeder stimuleerde ons altijd om naar verenigingen te gaan. Er was weliswaar niet veel geld, maar ze vond dat sport, muziek en cultuur bij de opvoeding hoorden. Ik ging bij de padvinderij, dat was goed want dan leerde je van alles, zo was het achterliggende idee.

Ik kreeg een bruine jurk met een stoere riem, een wollen muts en bruine wollen kniekousen met een geel randje. De padvinderij was veel stoerder want dan kreeg je een blauw unform, maar ja, je moest onderaan beginnen, bij de kabouters dus.

In mijn klas waren er toen een paar meisjes die briefjes kregen van jongens. Er werd ze via opgevouwen briefjes gevraagd of ze verkering wilden. De meisjes lieten de briefjes in het speelkwartier trots en giechelend zien. Ik kreeg nooit zo’n briefje waar ik dan ook mee werd gepest. Ik was lang en mager en had ook nog een soort eczeem op mijn handen. En ik was als een van de weinigen protestant.

Ik besloot op een gegeven moment zelf een briefje in elkaar te knutselen. Ik schreef met een ander handschrift op een vodje papier, vouwde dat extra slordig op en nam het mee naar school. De exacte tekst weeet ik niet meer, maar het was iets van: Ik zie je vaak op woensdagmiddag langs fietsen in je kabouter uniform. Ik vind je leuk, wil je verkering met mij? En dan een verzonnen naam, want ik kon natuurlijk niet een jongen uit de klas nemen. De verzonnen aanbidder woonde zogenaamd ergens op de route van mijn huis naar de padvinderij.

Ik liet het briefje zien en vertelde dat een jongen mij op straat aanhield, mij een briefje gaf en toen snel wegliep. maar het erge was dat niemand me geloofde. Ik moest dan maar vertellen wie die jongen was, wat ik niet kon natuurlijk. Als ik er nu aan denk, heb ik toch een beetje medelijden met dat meisje van toen …

Schuiven naar boven