Mijnverleden

Ik wilde graag weer eens naar mijn geboortegrond, mijn ‘roots’ in het zuiden des lands. Daarbij wil ik graag meer weten over het mijnwerkersverleden van mijn vader. Hij heeft 16 jaar onder de grond gewerkt maar daar weet ik helaas weinig van. Sinds kort is het mogelijk de personeelsgegevevens in te zien van de mijnwerkers, de koempels zoals ze werden genoemd. Natuurlijk alleen als het je familie is. Ik had een afspraak gemaakt in het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg te Maastricht. Ik heb er veel moeite voor moeten doen en er bijna een jaar op gewacht, maar donderdag 20 februari was het dan zover!
Mooi weer, een frietje bij de lekkerste frietkraam van het land, een terrasje en dan naar het Historisch Centrum. Zij beheren o.a. de personeelskaarten van de mijnwerkers. Ik kreeg een mapje mee met 3 personeelskaarten. Het waren inderdaad personeelskaarten. Niets meer en niets minder. Ik had er dan ook niet veel aan aan. Gelukkig hadden we wel mooi weer.
Miroslav Tichý (1926 – 2011)
Miroslav Tichy was een Tsjechisch kunstenaar, die bekend is door zijn opzettelijk “slechte” foto’s. Hij werd pas laat in zijn leven ontdekt. Hij leefde van een kleine uitkering, zonder veel contact met andere mensen, en leefde in een vuil en rommelig huis tussen zijn schilderijen, tekeningen en foto’s. Een van zijn bekendste uitspraken is: “om beroemd te worden, moet je iets slechter doen dan wie ook ter wereld.”
Zijn geliefde onderwerp waren de vrouwen, die hij meestal stiekem fotografeerde. Doordat zijn zelfgemaakte fototoestellen er zo onecht uitzagen, beseften zijn modellen vaak niet dat ze gefotografeerd werden. Soms poseerden ze voor hem in glamoureuze houdingen, in de overtuiging dat hij niet echt een camera had. Hij fotografeerde alledaagse taferelen, met wandelende, zittende, zonnende of badende vrouwen. Heel vaak zie je de afsluiting van het openbaar zwembad op de foto, alsof hij wil benadrukken dat hij uitgesloten is van de ongedwongen wereld waarin de vrouwen zich bevinden.
Zijn fototoestellen maakte hij uit afval en recyclagemateriaal – plankjes hout, blikjes, garenklosjes, touw, elastiek en asfalt. Zijn doka was ingericht met pannen, emmers en stukken tuinschutting. Hij maakte zijn eigen lenzen door stukken glas, oude brillenglazen en plexiglas te polijsten met een mengsel van sigarettenas en tandpasta. Door deze opzettelijke technische onvolkomenheden zijn al zijn foto’s wazig, bewogen, slecht afgedrukt, gekrast en onduidelijk. Daarna ondergingen de negatieven en afdrukken nog een hele reeks bewerkingen of beschadigingen, wat ze een grote poëtische uitstraling bezorgde: hij liet ze buiten in de regen liggen, gebruikte ze om een gammele tafel te stutten, kraste er in, maakte opzettelijk vingerafdrukken op de negatieven, maakte bewust fouten bij het afdrukken, gooide de negatieven en de afdrukken op de grond, liet ze door de ratten aanknagen, vroeg bezoekers om er op te trappen, en zo meer. “Een fout is wat de poëzie creëert”, was zijn leus.
Hij selecteerde zorgvuldig uit de vele tientallen foto’s die hij iedere dag opnieuw maakte die beelden die hem het meest raakten, knipte ze uit en kleefde ze op stukken karton of stak ze in eenvoudige kaders. Vaak tekende hij dan lijnen of omtrekken op de foto’s en tekende hij sierlijke of gewild onhandige kadertjes, lijnen en versieringen rond de gekozen foto’s. Soms verknipte hij zijn afdrukken om een betere kadrering te bereiken, want uit zijn composities blijkt duidelijk de invloed van zijn degelijke kunstopleiding.
Nadat hij het negatief had afgedrukt, gooide hij het weg – hij maakte nooit meer dan één afdruk. Zijn werk is nooit gedateerd of genummerd. Behalve de chemicaliën voor het ontwikkelproces, de filmrolletjes en het fotopapier, gebruikte Tichý niets dat hij moest kopen.
De directeur van het Kunsthuis in Brno, Radek Horacek, beschrijft zijn werk als volgt: De foto’s van Tichý zijn allemaal zorgvuldige studies van de vrouwen van Kyjov tijdens hun alledaagse activiteiten. Maar de kijker wordt er zich gauw van bewust dat deze triviale daden – iemand die op een bankje zit, vrouwen die wachten op de bus, iemand die haar T-shirt uittrekt bij het zwembad – op de een of andere manier speciaal zijn. Tichý slaagt erin het banale een gevoel van uitzonderlijkheid te geven. Gewoon een deel van een vrouwenlichaam kan in zijn foto’s esoterisch lijken. Er zijn veel tijdschriften waar je meer naakt ziet dan bij Tichý, maar zijn foto’s zijn anders. Een stukje nylonkous tussen de knie en de rok, of een badpak zien er in zijn beelden ergens mysterieus uit.
Hij heeft in zijn leven enorme hoeveelheden werk vernietigd en weggegooid. Hij was een ongrijpbaar fenomeen, die in geen enkel hokje wilde passen.