Opening 1e expositie
In 2001 opende we onze galerie De Verbeelding in Saaksum. We hadden de schuur met rieten dak verbouwd en na maanden ploeteren met onze fantastische aannemersploeg, konden we de deuren openen. Groot feest, het hele dorp, 104 inwoners, was uitgenodigd. We hadden een grote legertent gehuurd, er waren hapjes, er was drank, er was muziek en er was mooie kunst te zien.
Op de tonen van ‘Toen wij uit Rotterdam vertrokken’ (gespeeld door Jos Valster op saxofoon), komt koe Hennie II (een Groninger blaarkop) aanlopen met een gouden lijst om de nek. De koe was hiervoor een week lang getraind door boer Henk Luursema uit Saaksum. Eerst wilde de koe absoluut geen lijst om haar nek. Daar is natuurlijk iets voor te zeggen. Koeien lopen over het algemeen niet met een lijst om de nek in het rond. Uiteindelijk, na een week trainen, vond ze het goed.
Op het laatste nippertje bleek, dat er nog een speciale vergunning moest komen omdat in die tijd net de ‘Gekke Koeienziekte’ heerste. Koeien mochten niet worden vervoerd. De dag van de opening was het prachtig weer. Hennie sjokte welgemoed naar de galerie, alwaar een heel ontvangstcomité klaar stond. Mirjam de Meijer, gedeputeerde van cultuur van de provincie Groningen, haalde de lijst van Hennie af. Vervolgens stopte ze een foto van Hennie, die we eerder die week hadden genomen, in de lijst. Deze werd vervolgens op een schildersezel bij de ingang gezet … en de galerie was geopend!
Het was, al zeg ik het zelf, een groot succes. De allereerste expositie van De Verbeelding, later Nou Nog Mooier, was een feit.
Expositie Saaksum
In 2002 hadden we een unieke expositie in galerie De Verbeelding. Er werden diverse Ploeg werken tetoongesteld, o.a. van Wobbe Alkema. Een deel van zijn werken was voor Groninger museum, maar er werden ook verschillende werken verkocht. Ze vlogen dan ook de deur uit. Een zoon van Wobbe, Henk Alkema, woonde in ons dorpje Saaksum. Hij wilde de werken van zijn vader nooit exposeren, maar in onze galerie wilde hij graag werken tentoonstellen van zijn vader. Er waren ook prachtige houten beelden van Herman Nijkamp, die prachtig pasten bij de werken van Wobbe. Wij hadden ook graag wat willen kopen, maar hadden daar helaas het geld niet voor.
De galerie werd meestal gedecoreerd door Nina Voorhorst. Zij wist met weinig middelen altijd iets heel mooie te maken, wat perfect paste bij de kunst in de galerie. De keramiek koeien van Greetje Westra bijvoorbeeld, werden in een landschap gezet met mos en gras.
Bijzondere opdracht

We hebben al veel leuke en bijzondere klussen gehad. De opdracht van Museum Nienoord in Leek was wel heel erg bijzonder.
Voor de expositie ‘Verborgen Verhalen’ over de geschiedenis van de borg, maakten we 20 prints op canvas. Portretten van de bewoners van weleer. Deze werden door ons ingelijst in lijsten die bij het tijdsbeeld van het betreffende portret pasten. Dat is nog niet zo bijzonder, zult u nu denken. Maar nu komt hetL de schilderijen inclusief lijsten moesten voor een deel worden verbrand.Het moest lijken op de brand die destijds veel heeft verwoest op Nienoord. Veel schilderijen gingen daarbij helaas verloren.
We probeerden de brand zo goed mogelijk na te bootsen. Wel een beetje bizar … eerst maak je mooie prints en lijsten, en daarna steek je het weer in de fik. Dat lijkt overigens makkelijker dan je zou denken. Het moest natuurlijk allemaal ‘echt’ lijken maar er moest ook nog wel een en ander zichtbaar zijn.
Het in de brand steken van de schilderijen deden we samen met Laurens Hout te Oldehove. Af en toe sneed het je wel even door de ziel als de vlammen een mooie lijst opvraten. Toen we uiteindelijk de tentoonstelling op Nienoord zagen, klopte het wel allemaal.
Rotterdamse School

De term ‘Rotterdamse School’ werd rond 1980 geïntroduceerd omdat componisten uit die stad een wezenlijk ander geluid zouden laten horen dan componisten uit den Haag.
Rotterdammers kenmerken zich vooral door hun nuchterheid, de ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit. Voor mij komt dat allemaal samen in de term ‘Rotterdamse school’ hoewel het niet echt schijnt te bestaan in deze context. Hoe dan ook, toen wij met ons buro De Verbeelding in 1993 de opdracht kregen om een CD-boekje te maken voor de Berini’s, besloten we dat dan ook op zijn Rotterdams te doen. We wilden alles doen zonder computer, gewoon knip- en plakwerk.
Ik werkte destijds met een Amiga computer. Vooral leuk om animaties mee te maken, maar lastig voor grafisch ontwerp en vormgeving en om te communiceren met de Apple.
Op de cover de ukelele – Harry/Hans Kemeling, wie kent hem niet – die de contrabas – natuurlijk symbool voor An/Marjolein Meijers – als sleepboot, achter zich aantrekt over de Maas.
Keyboard syndroom
Ooit hadden we een stacaravan in de bossen bij Ermelo. Het was een oud aluminum geval waar Jack een prachtig Hans en Grietjes huisje van heeft gemaakt. Een waar paradijs aan de rand van een mooi bos. Een geweldig een toevluchtsoord als je in de grote stad woont.
Het was snikheet. Ik had een grote grafisch ontwerpklus en werkte thuis in Rotterdam. Jack repareerde het dak van het paradijsje in Ermelo . Na de klus zou ik ook naar Ermelo afreizen om met onze hondjes samen twee weken vakantie te vieren.
Vanaf het moment dat ik in Ermelo arriveerde, werd het slecht weer. Steeds slechter zelfs. Het regende onophoudelijk. Het was gelukkig erg knus en gerieflijk in het huisje. We keken uit op het bos, we hadden een comfortbele bank en een kacheltje. Maar na een paar dagen van die gezelligheid hadden we het toch wel gezien en sloeg de verveling toe.
We besloten de regen te trotseren en togen naar Barneveld. In de stromende regen liepen we wat rond en kwamen langs een winkel met diverse muziekinstrumenten. Dat heeft altijd wel onze aandacht. Ik zag een keyboard in de etalage en dacht dat dat wel leuk zou zijn voor Jack. Kon hij goed gebruiken bij het oefenen met de saxofoon. Ik troonde hem mee naar binnen en even later stonden we weer buiten, met een keyboard van 500 gulden onder de arm.
Fascinerend hoe je allerlei muziekjes met hele orkesten uit zo’n ding kan toveren. Ik probeerde even wat maar liet het daarbij. Ik vond mijn accordeonnetje toch leuker. “Waarom speel jij er niet op?” vroeg Jack aan mij. “Het is niet zo mijn ding”, zei ik. “Ik dacht eigenlijk dat het meer iets voor jou was!
Het bleek dat Jack dacht dat ik graag een keyboard wilde. En omdat het regende in de vakantie en hij mij daarom ook een beetje zielig vond, wilde hij dat ding voor mij kopen.Ik kocht het ding omdat Jack zo hard had gewerkt in de hitte en ik daarom vond dat hij wel een kadootje verdiende.
Het ding belandde ergens in een hoek.
Sindsdien zeggen we dat we te maken hebben met een ‘keyboard-syndroom’ als we voor elkaar denken, wat nog regelmatig gebeurt.