Het overkomt me steeds vaker, een heimwee-achtig gevoel, een verlangen naar iets wat er niet meer is en waarschijnlijk ook niet meer komt. Dat heeft ongetwijfeld met het ouder worden te maken.
Het overvalt je. Iemand heeft het bijvoorbeeld over de winter, dat het nu helemaal geen echte winters meer zijn. Dat waren nog eens tijden in de jaren 60! Schaatsen, sneeuwpoppen maken, elfstedentochten, Kees Verkerk, Ard Schenk …
En dan ineens zijn er die beelden van vroeger, de jaren ’60. De winters leken toen eindeloos voort te duren. Ik woonde in Dieren. Na school gingen we meteen naar de ijsbaan. Eerst was dat de speeltuin, daarna waren dat de tennisbanen van het nieuwe sportcomplex. Soms schaatsten we op de ondergelopen weilanden of , als het streng had gevroren op het Apeldoorns-Dierens kanaal. Dat mocht niet, dus het was des te interessanter.
We maakten weinig foto’s in die tijd, maar ik weet nog goed hoe het was, de foto’s zitten in mijn hoofd.
Je frommelde kranten onder je kleren tegen de kou. Mijn favoriete outfit was een zwarte stretchbroek met elastieken banden onder de voeten, dikke geitenwollen sokken, een lekkere door moeder gebreide trui met bijpassende muts, een lange sjaal, uiteraard ook zelf gebreid. Dan de witte kunstschaatsen aan en de sokken nonchalant over de broek gerold.. Rode voetbalveters in plaats van die saaie witte. Dan nog even de witte lippenstift op (van de Hema voor 75 cent), dat was thuis absoluut verboden! En dan de baan op!
Er werd muziek gedraaid, er was snert en warme chocolademelk. Je ging baantjes trekken of kunstjes maken op de binnenbaan. Je schaatste met schaatsbeschermers in de hand en soms stak een jongen jou zijn schaatsbeschermer toe. Je werd dan ’ten ijs’ gevraagd. Zo ontstonden veel verkeringen.
Alles was lief en heel gezellig. Ik kan het nog steeds missen!