Johan Dijkstra (1896-1978)

Gronings landschap op een winderige dag.
Johan Dijkstra geldt als een van de belangrijkste Groninger kunstenaars van de twintigste eeuw.
In zijn atelier aan de Spilsluizen, ontworpen door zijn vriend en architect (en beroemd voetballer) Evert van Linge, verdiende hij zijn eerste brood met het vervaardigen van illustraties en reclamekunst. Hij was ook boekbandontwerper en ontwerper van ex libris.
Samen met Jan Altink was hij oprichter van Groninger Kunstkring De Ploeg, 1918. In 1924 gaf hij zich over aan het expressionisme. Voor de uitgave Ganymedes van De Mérode maakte hij vijf houtsneden, waaronder Ganymedes als schenker der goden. De expressionistische houtsneden zijn met opzet wat primitief. Dijkstra maakte zijn houtsneden met een eenvoudig stalen schoenmakersmes.
In 1926 werd hij leraar bij een tekenvereniging van Groninger studenten. Door dat werk kreeg hij ruimte voor het vrije werk dat bestond uit schilderijen en enkele beeldhouwwerken. Ook maakte hij decorontwerpen bij geënsceneerde muziekuitvoeringen, georganiseerd door de componist Daniël Ruyneman. Zijn eerste artistieke voorbeeld was Vincent van Gogh. Hij schilderde beelden van het Groninger plattelands- en stadsleven en portretten van overige Ploeg-leden.
Vanaf 1930 koos Dijkstra een andere richting en stortte hij zich op de monumentale kunsten. Hij schiep een muurschildering in het stadhuis van Groningen en leerde van Duitse glasschilders de techniek van het brandschilderen. Zijn eerste grote monumentale opdracht van voor de Tweede Wereldoorlog was het vervaardigen van de ramen voor de aula van de Rijksuniversiteit. Hierin ook afgebeeld zijn twee vrouwelijke heldinnen, de feministe Aletta Jacobs en de verzetsvrouw Anda Kerkhoven. De laatstgenoemde schilderde hij diverse malen, ook nadat zij, kort voor de bevrijding, was gedood door de Sicherheitsdienst.
Na de oorlog volgden glasopdrachten van Dordrecht (Grote Kerk), Coevorden en Utrecht (Geertekerk). In het buitenland (Manchester en Malmö) ontwierp hij mozaïeken en nam hij deel aan groepstentoonstellingen van De Ploeg in New York, Oldenburg en de Biënnale van Venetië.
Zijn laatste levensjaren waren niet de gelukkigste. Na het overlijden van zijn vrouw Marie zwierf hij vaak rond door de straten. Zijn creativiteit had hem blijkbaar verlaten en zijn productie stokte. In zijn kunstkritieken in het Nieuwsblad van het Noorden werden zijn uithalen steeds feller, waardoor hij weinig vrienden overhield. Dijkstra overleed op 81-jarige leeftijd in zijn woonplaats Groningen.
KayLynn Deveney
Toen Albert Hastings 85 jaar oud was, verhuisde fotograaf KayLynn Deveney in 2001 naar zijn kleine flat in Zuid Wales. KayLynn vroeg Bert of hij met haar wilde werken aan een fotografisch project. Al snel begon zij meer te leren over aspecten van zijn leven, waaronder zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Groot-Brittannië, zijn werk als algemeen ingenieur en zijn relatie met de flora en fauna buiten zijn gebouw. Het viel haar op hoe hij zijn spullen en zijn tijd organiseerde. Bert had intrigerende gedachten over de foto’s van hem.
KayLynn vroeg Bert om kleine afdrukken te onderschrijven die zij in een notitieboekje bewaarde. Ieder vanuit een eigen perspectief begon zo een dialoog. De bijschriften van Bert creëren een nieuwe context voor de foto’s. Zo ontstond een verhaal van de dagelijkse ervaringen van Bert. Het resulteerde in een prachtig boek, The Day-to-Day Life of Albert Hastings en bevat 83 foto’s van KayLynn en 77 handgeschreven bijschriften van Albert Hastings en een assortiment van Bert’s gedichten, tekeningen en familiefoto’s. Een uniek inkijkje in het leven van één man.
Onbereikbare liefde

Samen op één lijn
maar onbereikbaar
voor elkaar.
serie de Wasknijpers.
Hang jongeren

de Wasknijpers, ca. 2016.
Maagd of boogschutter
Het was 1966. We woonden, na de zoveelsye verhuizing, in Dieren op de Veluwe. Mijn vader werkte in Saudi Arabie voor de Ballast Nedam en kwam om het half jaar thuis. Ik groeide eigenlijk op zonder vader. De eerste jaren werkte hij in de mijn en was ’s avonds uitgeteld. ’s Nachts maakte hij bruidsboeketten, bloemstukjes en grafskransen voor ons bloemenwinkeltje, wat werd gerund door mijn moeder..
Op een gegeven moment mochten wij als gezin ook voor een paar weken naar Saudi Arabie. Dat was nog eens een avontuur, zeker in die tijd! We moesten eerst naar een arts van de GGD in Amsterdam om vaccinaties te halen. Met mijn moeder en mijn beide broers reisden we met de trein van Deren helemaal naar Amsterdam, al een avontuur op zich! We waren al eens naar Amsterdam gereisd om een bandopname te laten maken die dan door de Ballast Nedam naar mijn vader werd gestuurd. Tsja, er was toen nu eenmaal geen internet en er waren ook geen mobieltjes. Je kreeg 3 minuten de tijd om iets in te spreken en dat was het dan.
Maar nu dus naar een arts van de GGD. Als jong pubertje uit een klein dorpje was het lopen door een wereldstad als Amsterdam al een hele belevevenis. Het was winter en het had stevig gevroren. De grachten lagen vol met ijsschotsen en een waaghals zwaaide naar mij vanaf een grote ijsschots middenin de gracht.
Bij de arts aangekomen, werden we één voor een binnen geroepen. Toen ik aan de beurt was, werden er eerst allerlei vragen gesteld. Zo vroeg de arts of ik nog maagd was. Ik wist werklijk niet wat daarmee bedoeld werd, in die tijd waren we zo onnozel als een pasgeboren lammetje. Ik zei dus dat ik boogschutter was. De man keek een beetje vreemd op maar ging er verder niet meer op in. Ik kreeg de vaccinatie, een coctailspuit in de buik, en daarna gingen we weer huiswaarts. Mijn broertje werd onderweg in de trein al zo beroerd al een hond. We mochten van een alleraardigste conducteur in een 1e klas coupé zitten. Mijn broertje kon dan lekker liggen. Mijn moeder vroeg hoe het was gegaan, ik vertelde haar dat ik het zo raar vond dat hij mijn sterrenbeeld wilde weten. “Hoezo je sterrenbeeld?” vroeg mijn moeder. Ik vertelde haar dat die man wilde weten of ik maagd was. “Wat zei je toen?”wilde mijn moeder weten. “Nou dat ik boogschutter ben natuurlijk”zei ik. Mijn moeder roldde bijna van de bank van het lachen. Ik snapte het allemaal niet. Maar ik werd ook steeds zieker dus ik vond het allemaal wel goed.
Mijn moeder heeft dit verhaal later nog opgestuurd naar de rubriek Gouden Tientje voor uw brief van de Margriet en uiteraard weas het een bestseller op feestjes en partijen.