Mooi Maleisie
Terwijl mijn vriendinnen vroeger meubeltjes en serviezen kochten en gezinnetjes stichtten, gaf ik mijn geld liever uit aan reizen. In die tijd was het nog heel bijzonder als je naar Indonesie of Maleisie ging. Het was overigens ook behoorlijk duur. Ik heb nooit georganiseerd gereisd. Gewoon daar een overnachting zoeken en rondneuzen of je iets te eten kan vinedn. Er was toen ook geen internet, dus even van tevoren een hotelletje zoeken en boeken via booking.com was er niet bij.

Eind jaren 70 besloten we om met een groepje vrienden naar Maleisie te gaan. We zouden eerst een paar dagen op het eiland Penang blijven en dan een auto huren en naar de oostkust reizen. Het was toen nog niet zo toeristisch. Een prachtig eiland!
De autorit naar de oostkust was een belevenis op zich. Dwars door de jungle, langs schitterende watervallen en door allelei mooie en bijzondere plaatsjes. Aangekomen bij de oostkust merkten we tot onze verbazing dat er bijna geen toeristen waren. Het was er adembenemend mooi, witte stranden, azuurblauwe zee, helder water en wuivende palmbomen. We kwamen aan bij een verlaten uitziend motel. Alsof het even was opgebouwd voor een filmset en daarna weer gauwverlaten. . We bleken de enige toeristen te zijn. We kregen houten huisjes die aan het strand stonden. Mooier kan je het niet hebben en het kostte maar een paar gulden. Een bediende vertelde ons dat er die nacht waarschijnlijk schildpadden naar eht strand zouden komen om eieren te leggen. Hij wilde ons wel wakker maken als we het wilden zien. Nou dat wilden we natuurlijk.
Rond 4 uur ’s nachts werden we gewekt en liepen daarna nog wat slaapdronken achter onze gids aan. We bleven doodstil zitten op de plek die hij ons aanwees. Even later kroop een reusachtige schildpad uit de zee en strompelde het strand op. Het arme dier had er waarschijnlijk al duizenden kilometers op zitten, mey haar lijf voleitjes. Een vrouwelijke schildpad zwemt altijd terug naar het strand waar ze zelf is geboren. Ze weet precies hoe ze moet zwemmen en dat zonder kompas. Ik zou zeggen, blijf lekker in de buurt van het strand, dan hoef je niet zo ver terug te zwemmen.
Wat een ongelooflijke gebeurtenis! Ik heb er toen geen foto’s van gemaakt, ik had alleen een camera met flits en wilde de schildpad niet laten schrikken. Deze foto vond ik op het internet, het geeft de situatie goed weer.

Het duurde wel een uur voordat alle eieren gelegd waren. Je kon goed merken dat de schildpad helemaal op was. Niet zo raar als je eerst een paar duizend kilometers zwemt, dan een strand op strompelt, een kuil graaft met je achterpoten en vervolgens ook nog een berg eieren legt. Tot slot maakte ze de kuil weer dicht met haar achterpoten, wat steeds moeizamer ging en strompelde ze weer naar de zee waar ze verdween in de golven.
Toen ze weg was, ging de gids de eieren opgraven. Hij legde uit dat ze naar een opvangplek gingen waar de eieren worden uitgebroed. De schildpadden worden ernstig bedreigd, veel schildpadjes die net uit de eieren zijn gekropen, halen het niet eens tot de zee. Vogels en krabben eten ze voortijdig op. Ook mensen eten de schildpadden of de eieren.
Het was een hele speciale gebeurtnis die een diepe indruk op mij heeft gemaakt. Ik heb weliswaar geen foto’s, maar ik kan de indrukwekkende beelden makkelijk voor mijn geest halen.
Nou Nog Mooier

In 2006 kochten we een pand in Warfhuizen, Groningen. Het was niet echt een droompand, allesbehalve dat. Vies, smerig, en veel achterstallig onderhoud, Veel ruimte, dat dan weer wel. Het was een voormalig cafe met grote biljartzaal. Het zeer eenvoudige woongedeelte lag aan de straatzijde. Het enige mooie was het uitzicht achter, vrij en wijds. Alleen zag je er niet veel van omdat er maar een klein raampje was en de tuin vol stond met hoge coniferen.
Het kostte veel tijd en vooral veel bloed, zweet en tranen maar met hulp van een trouwe vriend, hebben we er er iets heel moois en unieks van weten te maken. Het woonhuis aan de voorzijde werd lijstenmakerij en koffie- en theehuis. In de oude biljartzaal werd een kunstgalerie, kadoschuur en grote werkplaats gemaakt. Het oude cafe achter werd ons woonhuis. De tuin werd een paradijsje met prachtig uitzicht.
We richtten ook een stichting op voor kunstenaars, Stichting Kunstmarkt Waddenland, afgekort SKW. Ons doel was kunstenaars een podium te geven. Hun kunst werd in onze winkel verkocht en er was een mogelijkheid om te exposeren in de galerie. We hadden nog veel meer plannen, maar daar kregen we helaas geen subsidie voor. Er was veel belangstelling, we hebben een paar kunstenaars een stapje verder kunnen helpen. We denken vaak met enige weemoed terug aan die mooie tijd.
All you need is love!
Soms probeer ik het nog, maar ik besef steeds meer dat ik er beter het zwijgen kan toedoen als er iets is waar ik wat over kwijt wil.
Ik ben niet links en niet rechts. Ik wil ook niet in zo’n hoek worden geduwd! Helaas ontkom je daar niet altijd aan op de social media. Als ik vind dat zwarte Piet een leuke Nederlandse traditie is, dan ben ik rechts of racistisch. Vind ik dat Trump een gevaarlijke idioot is, dan ben ik extreem links. Einde verhaal of je belandt in een eindeloze welles-nietes discussie.
Ik vind het leuk om te discussieren, uiteraard met respect voor het verhaal van de ander, ook al staat die haaks op mijn standpunt. Het kan dan misschien een verhitte discussie worden, maar als je respect voor elkaar hebt, is dat alleen maar interessant en ook leuk. Soms steek je er ook nog wat van op.
Het lijkt nu soms wel een sport om een ander bij voorbaat neer te sabelen, zoals bij bijvoorbeeld de discussies over politiek, Israël en Palestina, het verbod op vuurwerk, zwarte Piet. Misschien heb ik een wat te idealistisch beeld van de jaren 60, maar ik kan mij uit de flower power tijd niet herinneren dat je zo met elkaar om ging. Maar ja, toen was all you need love!
Oog om oog
We woonden net een maand in ons nieuwe huisje, aan het prille begin van ons pensionada leventje. Een vriend van ons was overleden en we zouden naar zijn crematie gaan. Als ik in de spiegel kijk om me op te maken, merk ik tot mijn schrik dat ik zo goed als niets meer zie met mijn linkeroog. Omdat ik wat opzag tegen de crematie, dacht ik dat het de stress was.
De volgende dag zag ik nog steeds niet met het oog. De huisarts verwees me door naar de spoedpoli. Het bleek een oogtrombose te zijn. Heb ik weer! Een adertje achter mijn oog was gesprongen en er lekte bloed lekte wat ‘bobbeltjes’ in mijn oog veroorzaakte. Het enige wat ik zag was licht en donker en vlekjes, alsof ik door een ruit keek met stuifsneeuw.
Ik krijg nu om de 6 weken een oog injectie. Dat schijnt de druk op het oog te verminderen en ‘rommeltjes’ op te ruimen. Niet echt leuk, maar het lijkt enger dan het is. Ik dacht dat ik er na 10 injecties van af zou zijn, maar voor de zekerheid krijg ik toch nog twee injecties. Leuk is dat niet, maar waar ik nu vooral bang voor ben, is het ziekenhuis zelf. Het was middenin de corona periode, en een ziekenhuis is dan toch wel het hol van de leeuw …
Dus maar even mezelf bij de lurven pakken. Kom op, stel je niet zo aan! Er zijn tig andere mensen die voor veel ergere dingen naar het ziekenhuis moeten. Het is een fijn ziekenhuis, ze houden zich daar natuurlijk hartstikke goed aan de corona regels, de injectie is zo gepiept en daarna krijg je een ijsje!
Zo! Dat was even een fijne pep talk, ik kan er weer tegen! Laat die injectie maar komen!
Dag 10 van onze lockdown
Blijft raar om in een lockdown te zitten, hoe intelligent hij dan ook mag zijn. Nog nooit van de term ‘lockdown’ gehoord, en nu zitten we er al meer dan een week in. We zijn er gelukkig allebei redelijk rustig onder. We vervelen ons ook niet. Lezen, wandelen, tv kijken … Tussendoor eten en slapen.
Ik had me mijn pension wel wat avontuurlijker voorgesteld, maar aan de andere kant mogen we blij zijn dat we er zo bij zitten. Leuk huisje, mooie omgeving, centjes komen iedere maand binnen. Ik zou bijna zeggen: wat wil een mens nog meer? Maar dan ik toch nog wel het een en ander bedenken.
Soms ben ik ook bang. Je hoort veel nare berichten over mensen die op de ic belanden, in coma worden gebracht en dan een week of 3 daar moeten blijven. Daarna zijn ze nog lang niet beter. De longen zijn vaak blijven aangetast. Ik zit in een zogeheten risicogroep: boven de 65, copd, hartproblemen, enz. Iedere dag weer allerlei berichten, de een zegt dit en een ander weet het dan nog beter. Het is een bizarre en erg enge toestand.
Jack doet de boodschappen, ik blijf zoveel mogelijk thuis. Soms even wandelen in de bossen of rondom het huis. Dat is ons leven in een notendop.